Onder het VN-verdrag schuilt een duisterdere waarheid, zegt Osaka. Geen enkel fossielebrandstofbedrijf of land heeft een echt plan voor het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Integendeel, vrijwel iedereen verwacht dat zij tot ver in de toekomst door zullen gaan met het winnen van steenkool, olie en gas, en veel verder dan wat nodig is om de uitstoot voldoende te verminderen om aan de vastgestelde klimaatdoelstellingen te voldoen. Een deel van de reden is dat bijna elk land en bedrijf zichzelf in een unieke positie ziet: de toekomstige laatste producent van fossiele brandstoffen.

“Elk land heeft zijn eigen reden waarom het de laatste zou moeten zijn”, zegt Michael Lazarus, een senior wetenschapper aan het Stockholm Environment Institute en een van de auteurs van het Rapport over productietekorten, waarin de plannen werden geanalyseerd die landen hebben voor de uitbreiding van fossiele brandstoffen. Uit dat rapport blijkt dat alle landen van de wereld van plan zijn twee keer zoveel fossiele brandstoffen te produceren als consistent zou zijn als de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 1.5°C boven het pre-industriële niveau zou blijven.

The report analyzed fossil fuel production estimates from the governments of 20 large fossil fuel producing countries, including the United States, Russia, Mexico and the United Arab Emirates. By 2050, the gap is projected to be even larger. Those countries expect to produce 2½ times more fossil fuel in 2050 than would align with a target of 2°C. Make no mistake, at 2°C, the Earth is well on its way to becoming a baked potato where few humans can survive.

“Het is een complete kloof tussen wat regeringen van plan zijn en wat nodig is om de doelstellingen van Parijs te verwezenlijken”, zegt Greg Muttitt, senior medewerker bij het International Institute for Sustainable Development. Met andere woorden: alle heisa over de 28 klimaatconferenties tot nu toe heeft geen waarneembaar effect gehad op de fossiele brandstoffenindustrie.